Lodewijk van Deyssel heeft 25 jaar in Baarn gewoond. Deel 4 in de serie ‘Schrijvers in Baarn’ is aan hem gewijd. Een van zijn buren was de bankier J. L. Pierson. In zijn Gedenkschriften schrijft Van Deyssel over hem: ‘De zoon van Allard (1831-1896, hoogleraar kunstgeschiedenis (cdz)) was J.L. Pierson. Het is deze laatste, dien ik van de Piersons het beste gekend heb (…) Deze bankier J. Louis Pierson was van uiterlijk (men zie onder andere zijn portret door Jan Veth) en even onopvallend, eenvoudig mensch zoo als, bijvoorbeeld, Henry Ford dat was. (…) Terwijl hij zonder boven zijn budget te gaan, bijvoorbeeld, twee of drie maal in de week een groot feest had kunnen geven in zijn vorstelijke villa Uytenbosch te Baarn, schiep hij er behagen in honderden avonden te besteden aan de vertaling van het zeer hoog door hem gewaardeerde Reisetagbuch van den filosoof Keyserling. Verder maakte hij enerzijds achttien maal per boot de reis naar New-York in verband met de stichting van zijn Bank-filiaal daar, en schreef anderzijds zoowel zijn boeken over Oud-Egypte en de Medici als zijn uitvoerige Mémoires. Deze Mémoires, in slechts vijftig exemplaren gedrukt, alleen bestemd voor de zeven kinderen, de zeven-en-twintig kleinkinderen van J.L. Pierson en enkele vrienden, zijn niet in den handel.’
Die Mémoires heb ik uit de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek geleend. Ik las het en werd gegrepen door de levensloop van deze Pierson. Hij wist in nog geen tien jaar tijd een gigantisch vermogen bij elkaar te sprokkelen. Voornamelijk als beurshandelaar in Amerikaanse spoorwegaandelen. In 1881 werd hij partner in de zaak Alphonse Boissevain & Co, waar hij in 1875 in dienst was gekomen. Daarvoor leende hij fl. 200.000 (= ruim 2 miljoen euro’s in 2016) van zijn vader, oom Nico en oom Aad Gildemeester. Dat de zaken floreerden blijkt wel uit het feit dat hij na vier jaar, in 1885, zijn schulden kon afbetalen. Eind 1891, zo meldt hij in zijn Mémoires, bedroeg zijn vermogen zeven ton (= € 8,5 miljoen in 2016). En dat nadat hij fl. 200.000 (in 2016: € 2,4 miljoen) had uitgegeven aan de aankoop van vijf hectare grond en de bouw van een enorme villa Uytenbosch in Baarn. Pierson erkende wel dat de Nederlandse overheid hem een handje had geholpen: hij betaalde slechts 2% van zijn inkomen aan belasting. ‘Met de tegenwoordig geldende belastingen (hij schrijft dit in 1925/26) zou mijn vermogen niet meer dan de helft van het genoemde cijfer hebben bedragen’, aldus Pierson in zijn Mémoires (p. 90). Maar toch… in tien jaar tijd had hij zijn schaapjes op het droge gekregen. Fascinerend.
Het exemplaar van Mémoires uit de bibliotheek was in slechte staat. Dat deed pijn aan mijn boekbindersogen. Vandaar dat ik het netjes opnieuw heb ingebonden. Maar niet nadat ik eerst alle pagina’s had gekopieerd. In mijn boekenkast staat nu dus exemplaar nummer 51 van dat boek. Een rijk bezit.
Reactie plaatsen
Reacties